Kunst die leeft, verdort en sterft (Art living, decaying and dying)

Cokky van Limpt (2011)
Trouw, 9 February

Kippen, een konijn en vooral veel planten op de expositie Bio = Kunst in Purmerend. En links en rechts een beetje maatschappijkritiek.

Steeds meer hedendaagse kunstenaars werken niet meer alleen ’naar’ de natuur maar ook ’met’ de natuur. Met natuurlijk en soms zelfs levend materiaal: planten, zaden, dieren, bacteriën en genen.

Museum Waterland in Purmerend exposeert tot 6 maart werk van vijf Nederlandse kunstenaars en één kunstenaarscollectief, die experimenteren met ’biokunst’.

Een bekend voorbeeld van biokunst is het Kosmopolitische Kippen Project van de Belgische kunstenaar Koen Vanmechelen. Op zoek naar de universele superbastaard kip kruist hij nationale kippenrassen uit de hele wereld met elkaar. Na verloop van jaren zal zo een niet doorgefokte, dus ijzersterke, kosmopolitische kip ontstaan die de genen van wereldrassen in zich verenigt.

Vanmechelen ziet in zijn project een metafoor voor de noodzaak van multiculturalisme. Bovendien inspireert de kip hem tot talloze kunstuitingen waarin ei, hen en haan de hoofdrol spelen: op de foto, gebeeldhouwd, geschilderd, glasgeblazen.

De Franse kunstenaar Eduardo Kac maakte het groen fluorescerende konijn Alba. Het beest werd genetisch gemanipuleerd door het te implanteren met genen van een lichtgevende kwal.

Maatschappijkritische en ethische vragen zoals Vanmechelen en Kac aan de orde stellen met hun geëngageerde biokunst, roept de tentoonstelling in Purmerend niet direct op.

Alleen in de nieuwe installatie van glaskunstenaar Caroline Prisse kan een kritische verwijzing worden gezien naar olierampen zoals die voor de kust van Mexico. Gekleurde slangetjes verbinden glazen flesjes en potjes met planten en bloemen bovenop een stellage, met een duistere wirwar daaronder, samengesteld uit zwarte kunststof lapjes, draden, kabelhulzen, krammen. Ergens daartussen zweeft een glazen trap die naar een olieplatform lijkt te leiden.

En met een beetje goede wil valt er ook in de sperziebonen uit blik van Reinier Lagendijk nog wel een lichte kritiek te ontdekken, in zijn geval op de wijze waarop wij met ons voedsel omgaan. Langs een groot tuinscherm van gevlochten draad groeien uit 45 sperziebonenblikken bonenplanten omhoog. De bonen zijn vers, die uit de pot waarin ze groeien, waren gekookt, steriel en ingeblikt.

Linda Molenaar is net als Koen Vanmechelen gefascineerd door de kip, maar verdiept zich op een gans andere manier in het dier dan haar Belgische collega. Zij wordt zelf kip.

Zes weken lang zat Molenaar op de bank met een broedbuidel op haar buik. Zo broedde zij Octavio uit, een silver sebright krielkip. Het broed- en geboorteproces legde ze vast op foto en video. Ze stuurde geboortekaartjes rond en deelde beschuit met muisjes uit.

In een performance zat de kunstenares vorig jaar in een verenpak en met een hanenkam op als een kip op stok aan het IJ. De broedbuidel plus een miskraam op sterk water, foto’s, video, kippenpakken en kip Octavio zelf, vorig jaar overleden en daarna opgezet, zijn aanwezig op de tentoonstelling.

Van een van de pioniers van de Nederlandse biokunst, Sjoerd Buisman, hangt een vroeg werk op de expositie; zijn Aardappelpaneel uit 1968 – een symmetrisch raamwerk van zes stalen spiesen waaraan (verse) aardappels zijn geregen. De aardappels zijn in de afgelopen weken al aardig uitgelopen. Uiteindelijk zullen ze verkleuren en verschrompelen tot vreemde, insectachtige vormen.

Buisman is sinds jaar en dag geboeid door natuurlijke groeiprocessen en het ingrijpen daarin. Zo heeft hij ooit als experiment pompoenen tijdens de groei ingesnoerd met een riem. De pompoenen groeiden gewoon door, links en rechts van de riem uitbollend. Later goot hij deze pompoenen met geforceerde taille en riem af in brons.

Het collectief Grondvormen (Sander Boeijink, Nienke Sybrandy en Jeroen Wand) toont ’Elixer’. Een tot de verbeelding sprekende installatie van planten, slangen, gekleurde vloeistoffen, flessen, retorten, reageerbuisjes en ander ingenieus laboratoriummateriaal, verbeeldt het brouwen van een levenselixer uit planten en alcohol. Aan het einde van het buisjes- en slangenstelsel staat, als een altaar, een hoge tafel, met een mooi kleedje en groot luxe glas, waarin het levenssap wordt opgevangen.

Op de tweede verdieping van het museum verrast Egied Simons met zijn ’Liquid files’. Het was de bedoeling om een schep plantenresten uit de dakgoot van het museum te nemen en die in een bak water op de lichtbak van een overheadprojector te zetten. Maar het vroor, legt museumdirecteur Piet Knook uit.

Het alternatief: een handvol levend visvoer, vermengd met blaadjes. Het resultaat is fascinerend: meer dan levensgroot geprojecteerd krioelen er visjes, larfjes en wormpjes tussen en onder verterend plantaardig materiaal op de muur.

Fraai en leuk is de ’Tasty chair’ van Caroline Prisse – een houten stoelframe met uitsparingen, waarin precies op maat glazen potten zijn geblazen. In de potten groeien allerhande kruiden, die worden begoten door het museumpersoneel. De ’smakelijke stoel’ ziet er desondanks vandaag her en der wat verdord uit. „In het weekeinde zet een van de vrijwilligers er verse kruiden in”, stelt directeur Knook gerust. „Daar is ze wel een hele dag mee bezig.”