Berg Beeld (Mountain Vision) (1990)

Tussen kunst en natuur bestaat een tweerichtingsverkeer.
De natuur inspireerde kunstenaars en leverde hen beelden waarin ze menselijke gevoelens en ervaringen tot uitdrukking brachten.
Kunstenaars bestudeerden de natuur, hielpen daarmee en passant de opkomende natuurwetenschap, en ontdekten schoonheid tot in landschappen waar anderen voornamelijk onbewoonbaarheid en nutteloze gronden zagen.
De natuur gold als de 'leermeesteres der kunst' - Natura Artis Magistra - maar moest zich op haar beurt de interpretaties laten welgevallen die een Breugel, een Ruysdael, de romantici, de impressionisten van haar wensten te geven.

Hoe staat het nu met de relatie tussen kunst en natuur?
Geen van beide zijn meer wat ze waren ten tijde van Breugel of zelfs van de impressionisten.
De landschapsschilder met zijn veldezel in de wei is een zeldzame diersoort geworden en 'Moeder Natuur' een zorgenkind van de samenleving.
De exploitatie van de natuur neemt ongekende omvang aan - maar ook het domein van de kunst is tot in verre uithoeken omgeploegd op zoek naar middelen en mogelijkheden, van de uiterste abstraktie tot holografisch realisme en van videotape tot 'earthwork'.
De natuur is niet meer alleen het landschap, de bergen, bossen, planten en dieren, maar ook, enerzijds, de beweging van de deeltjes op sub-mikroskopisch niveau, anderzijds het energieverkeer in de oneindige ruimte.
Maar ook de kunstenaars zijn zich steeds meer bewust geworden zowel van de psychische mechanismen van waarneming en gevoel als van de grotere culturele verbanden waarbinnen hun werk funktioneert.
'Natuur' en 'kunst' zijn in onze tijd uiterst complexe begrippen geworden, en de relaties tussen deze twee nemen noodgedwongen nieuwe en gevarieerde vormen aan.
Daarmee verandert ook de betekenis die de kunst kan hebben voor onze visie op, onze verhouding tot de natuur en het landschap.

BERG BEELD is een poging, deze betekenis experimenteel te achterhalen. De belangstelling voor de natuur is onder kunstenaars nooit verdwenen, ook al wordt er weinig meer naar de natuur geschilderd.
De laatste decennia heeft deze belangstelling zich geuit in fotografie en video, performances, geluidsprojekten, installaties, werk gemaakt in het landschap zelf.
Voorbeelden van intussen al wat oudere datum - de jaren '70, zijn het Observatorium van Robert Morris in Flevoland, de geometrische rangschikkingen van stenen op eenzame plaatsen in de Andes en de Himalaya van Richard Long en de tijdens tochten door het landschap gemaakte foto's van Hamish Fulton; van meer recente datum is de aanplant van populieren volgens de plattegrond van de kathedraal van Rheims door Marinus Boezem, eveneens in Flevoland.
Op het ogenblik strekt de interesse van kunstenaars zich ook uit tot groeiprocessen in de natuur en tot de omgang van 'primitieve' culturen met hun omgeving.
Het zou heel goed mogelijk en zinvol zijn, deze tendenzen in de kunst van nu te inventariseren en er een overzicht van te geven in een dokumenterende, museale tentoonstelling.
Maar de Jan van Eyck Akademie - initiatiefneemster tot BERG BEELD - is geen museum maar een werkplaats.
De akademie wil dan ook niet een status quo in kaart brengen en het daarbij laten.
Voor BERG BEELD zullen kunstenaars worden uitgenodigd - om niet te zeggen uitgedaagd - om hun opvattingen en ideeën in de praktijk te testen door een werk te maken in of naar aanleiding van een landschappelijke lokatie.

Het landschap in kwestie is het plateaulandschap van Nederlands en Belgisch Zuid-Limburg, dat door dalen van verschillende typen in afzonderlijke 'bergen' wordt verdeeld en zowel in geologisch opzicht als wat flora en fauna betreft voor Nederland uniek is.
Dit gebied kent bovendien sinds prehistorische tijden een continue bewoning en is zowel boven- als ondergronds intensief geëxploiteerd.
Natuur en cultuur zijn zo met elkaar verweven geraakt dat de rollen soms verwisseld lijken.
Binnen dit gebied zijn in de loop van 1987/88 ongeveer zestig lokaties bezocht en beschreven door een groep bestaande uit biologen en geologen, kenners van het Zuid-Limburgse landschap en stafleden van de Jan van Eyck Akademie.
De lokaties werden geselekteerd op grond van geologische, biologische en (cultuur)historische bijzonderheden en op grond van de verwachting dat ze voor kunstenaars interessant zouden kunnen zijn.
Het belang van deze lokatie-beschrijvingen blijft overigens niet beperkt tot de manifestatie BERG BEELD.
Een afzonderlijke bundeling maakt ze tot een "gids" voor liefhebbers van het Limburgse landschap.

Het experimentele karakter van BERG BEELD brengt mee dat niet bij voorbaat gemikt wordt op een indrukwekkende lijst van gerenommeerde kunstenaars als deelnemers.
Het is er niet om begonnen, na afloop met trots te kunnen wijzen op een meesterwerk van de internationaal bekende kunstenaar X dat nu voorgoed een Limburgse lokatie siert - en dat een herkenbaar vervolg is op wat X in ABC en C ook al heeft neergezet.
Beroemdheden worden niet bij voorbaat van deelname uitgesloten, maar er wordt niet op zeker gespeeld.
Centraal staat de betekenis die de natuur op dit moment voor de kunst en de kunst voor de natuur kan hebben, en die betekenis is niet afhankelijk van reputaties: het is niet uitgesloten dat een (nog) onbekende kunstenaar bij dit experiment een belangrijker stap zet dan een gevestigd meester.
Bij de keuze van de kunstenaars is dan ook gestreefd naar een gemêleerd gezelschap, verschillend naar leeftijd, herkomst en ervaring en ook verschillend wat betreft de gehanteerde middelen.
Van een "gezelschap" is in zover sprake dat het projekt begint met een gezamenlijke tocht van een week langs de lokaties, ervan uitgaand dat kunst niet (alleen) een kwestie is van individuele prestaties maar ook van gezamenlijke interessen en wederzijdse inspiratie.
De resultaten kunnen zeer uiteenlopen.
Objekten en ingrepen ter plaatse zijn een mogelijkheid (niet alle lokaties lenen zich daartoe), naast fotografie, video, geluid, installaties naar aanleiding van landschappelijke gegevens maar niet ter plaatse zelf gepresenteerd, en publikaties.

Van de kunstenaars, die deelnemen aan de eerste fase van BERG BEELD, werden er enkelen rechtstreeks uitgenodigd door de organisatoren.
Verder werd in december 1988 in het informatieblad voor beeldende kunstenaars, BK-informatie, een kort artikel over BERG BEELD geplaatst met een oproep aan belangstellenden, kontakt op te nemen met de Jan van Eyck Akademie.
Hierop is door bijna honderd kunstenaars gereageerd.
Allen kregen een informatiepakket toegezonden met gegevens over het projekt en het Limburgse landschap en een beschouwing over de historische relaties tussen kunst en natuur.
Een vrij groot percentage reageerde ook hierop, soms vrij uitvoerig.
De belangstelling voor het thema blijkt aanzienlijk en ook de experimentele opzet van BERG BEELD spreekt velen aan.
Op grond van deze reakties, documentatie en atelierbezoek werd een aantal kunstenaars uitgenodigd voor deelname.
Het gezelschap bestaat nu uit Douwe Jan Bakker, Seakle Bos, Johan Cornelissen, Juan Geuer, Toine Horvers, Hans Leutscher, Adriaan Nette, Egied Simons en Jeroen van Westen.
Enkele anderen, zoals Nan Hoover en misschien Daan van Golden, worden evenals kunstenaars uit Belgisch en Nederlands Limburg in een iets later stadium bij het projekt betrokken.
De voorstellen van de kunstenaars worden door de organisatoren zoveel mogelijk samen met de kunstenaars beoordeeld op kwaliteit, realiseerbaarheid en de mate waarin de doelstelling van BERG BEELD wordt verwezenlijkt.
Tot in dit stadium blijft het mogelijk, af te haken, zowel voor de kunstenaars als voor de organisatoren.
Zijn de voorstellen eenmaal aanvaard, dan begint de voorbereiding voor de uitvoering, die in het vroege najaar van 1990 valt.
Die voorbereiding houdt in dat onderhandeld wordt met eigenaars van lokaties, dat financiële en technische voorzieningen worden getroffen en dat naar expositiemogelijkheden wordt gezocht voor projekten die niet op de lokaties zelf getoond worden.
Het is niet de bedoeling dat het tussen de eerste fase, die van ideevorming en ontwerp, en de uitvoering stil wordt rond BERG BEELD.
Nog voor het einde van dit jaar verschijnt als resultaat van samenwerking tussen Het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, het Geologisch Bureau van de Rijksgeologische Dienst te Heerlen en de Jan van Eyck Akademie een bundel lokatiebeschrijvingen, gebaseerd op materiaal verzameld tijdens de voorbereidingen voor BERG BEELD.
Gedacht wordt verder aan workshops en optredens als "artist in residence" van deelnemende kunstenaars in de Jan van Eyck Akademie, aan lezingen en tentoonstellingen in verband met het thema en aan een nieuwsbrief waarin regelmatig verslag wordt gedaan van de voortgang van het projekt.
Het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg en het Geologisch Bureau in Heerlen zijn bereid tot medewerking aan BERG BEELD, bijvoorbeeld door tentoonstellingen in het Natuurhistorisch Museum in Maastricht en het Geologisch Museum in Heerlen.
De Jan van Ecyk Akademie is op verschillende manieren betrokken bij BERG BEELD: niet alleen door technische en organisatorische ondersteuning, maar ook door de organisatie van evenementen binnenshuis t.b.v. de in de Akademie werkzame jonge kunstenaars.

Realisering van de eerste fase van BERG BEELD is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Praktijkbureau Beeldende Kunstopdrachten.

Naast de manifestatie zelf wordt gedacht aan een publikatie, die meer is dan een katalogus of een verslag van de projekten - in die zin dat een overzicht wordt gegeven van de historische relaties tussen kunst en natuur en dat de huidige situatie uitvoerig wordt geanalyseerd.
De publikatie kan een 'handboek' over het onderwerp worden, dat zijn waarde behoudt ook los van de manifestatie zelf.

En ten slotte: de basis voor de gehele onderneming wordt gevormd door het landschap van Zuid-Limburg.
Het landschap fungeert niet als decor voor kunstwerken die ook ergens anders hadden kunnen staan en wordt niet getransformeerd tot een bovenmaats beeldenpark.
Integendeel: als de opzet van BERG BEELD slaagt, is het de natuurlijke omgeving zelf die de hoofdrol speelt - het landschap in al zijn aspekten, waarop door het werk van kunstenaars op een andere dan gebruikelijke manier de aandacht wordt gevestigd.

Related publications