Herfstsalon (Autumn Salon)

Library, Rotterdam
24 November - 23 December 1985

Incentive price Herfstsalon 1985, Rotterdam

JURYRAPPORT HERFSTSALON 1985 Hans Paalman, voorzitter Maarten Bertheux en Cees van der Geer, secretarissen De jury van de HERFSTSALON 1985, bestaande uit de beeldende kunstenaars Marinus Boezem, Henk Peeters en Auke de Vries, Ellen Joosten, [oud-adjunct directrice van het Rijksmuseum Kröller-Müller], de kunstcritici Alied Ottevanger [per 25 november a.s. medewerkster Rijksdienst Beeldende Kunst] en Pieter Heynen, met als voorzitter Hans Paalman [directeur van het Stedelijk Museum Schiedam], heeft gedurende twee dagen kennis genomen van de totale inzending voor de HERSTSALON, te weten het werk van vierhonderdnegentig beeldende kunstenaars uit de Rijnmond. Na een eerste ronde, waarbij op grond van de totale inzending per kunstenaar de jury besliste tot wel of niet toelating tot de salon, bleek voor een meerderheid van de jury, dat een zeer groot deel van de ingezonden kunstwerken niet voor toelating in aanmerking kwam. In de tweede ronde werden vervolgens nog een aantal inzendingen uitgeselecteerd, niet echter nadat in discussie over de kwaliteit de meningen kenbaar waren gemaakt. De jury is zich bewust met haar selectie - minder dan zestig kunstenaars van de oorspronkelijk vierhonderdnegentig werden tot de salon toegelaten - op ingrijpende wijze de kunst uit de Rijnmond beoordeeld te hebben. Vooropgezet doel was dit echter niet. Wel is deze selectie de interpretatie van een opdracht, te weten: een keuze te maken die van landelijk niveau is en daarbij representatief voor de kunst uit Rotterdam en de Rijnmond. Vooral met die eerste maatstaf heeft de jury willen meten. Of daarmee tevens het gevraagde, representatieve beeld van Rijnmondkunst - voorzover die al bestaat! - is geschetst, blijft een vraag. Wel verwacht de jury, dat haar uitspraak een schokeffect teweeg zal brengen, die pas op langere termijn als positieve bijdrage aan de discussie over (de kwaliteit van) de beeldende kunst gezien kan worden. In ieder geval berust het oordeel van de jury voor wat betreft de Rijnmond-aspecten niet op voorkennis, ingewijdheid of andere betrokkenheid bij voorbaat en werden keuzes alleen gemaakt op basis van het aangeboden werk. Overigens heeft de jury het, gaandeweg de selectie steeds sterker, als onzuiverheid, zo niet als belemmering ervaren, dat de inzendingen voor de Salon gekoppeld waren aan die voor de besteding van de WVC-gelden en de aankoopbudgetten van diverse bk-instanties in Rotterdam en daarbuiten. Indien alleen voor de Salon ingezonden zou zijn, hadden aard en aantal van de inzendingen wellicht een ander beeld opgeleverd. Zij beveelt de organisatie van de Salon dan ook gaarne aan bij herhaling van de HERFSTSALON [of enig ander, vergelijkbaar evenement] een dergelijke, onduidelijkheid bewerkstelligende koppeling niet meer toe te passen. Opgemerkt zij ook nog, dat de jury heeft gekozen voor [een concept van] een tentoonstelling, waarop ontwikkelingen, kwaliteit en samenhang zichtbaar worden en niet voor een "ouderwetse" salon, waar zo veel mogelijk werk van zo veel mogelijk kunstenaars aan zo veel mogelijk publiek getoond wordt. De jury werd ook gevraagd om een drietal prijzen toe te kennen. Deze prijzen werden in de uitnodigingsbrief aan de kunstenaars omschreven als de Grote Herfstsalonprijs 1985 en als twee [eventueel discipline gerichte] Aanmoedigingsprijzen. Na uitvoerige discussie, besloot de jury unaniem de prijzen te verdelen en deze na stemming toe te kennen aan twee inzendingen en daarnaast slechts één inzending met een Aanmoedigingsprijs te honoreren. De gedeelde hoofdprijs [ad f. 7.500,-] werd aan Hans Verwey en Rien Bout toegekend. De aanmoedigingsprijs werd toegekend aan Egied Simons. Rotterdam, 15 november 1985